Skip to main content
Featured Image and Page Header Image: Collection Eye Filmmuseum, Amsterdam. Copyright: Leonardo Film/Neumann Filmproduktion.

Demonische dromen

De personages in Raskolnikov (Robert Wiene, 1923) zijn gevangen in een labyrint van steegjes, poorten en trapjes.

 

Het opzettelijk kunstmatige decor visualiseert op een treffende manier de waanzin en de demonische dromen van de hoofdpersoon. De stad waar hij in leeft bestaat uit nauwe straatjes van bordkarton, met kromme lantarenpalen en grillig geschilderde schaduwen. De schots en scheve architectuur is een weerspiegeling van zijn sterk vervormde geest. Is hij een dolende jongeman die naar de grenzen van de wet zoekt, of is hij een naïeve beginneling die een dunne filosofische theorie abrupt en radicaal in praktijk brengt en worstelt met de gevolgen?

De student Raskolnikov wordt geplaagd door geldzorgen. Hij ontvangt een brief van thuis, bij het lezen ervan ziet hij in gedachten zijn overbezorgde ouders voor zich. Dit beeld schudt hij met wrevel van zich af, met onverholen trots bekijkt hij zijn artikel dat gaat over het recht van sommige mensen om misdaden te begaan. Met dit betoog betoont hij zich een Nietzsche-navolger: voor de Übermensch bestaat geen wet. In een vlaag van waanzin vermoordt hij een oude woekeraarster met een bijl, haar bejaarde zus treft hetzelfde lot. De rechter van instructie onderzoekt de moord op de oude woekeraarster en verdenkt vanaf het begin de student, maar hij heeft geen harde bewijzen. Raskolnikov wordt ondertussen gekweld door schuldbesef en gedraagt zich schuw. De schuchtere omgang met het hoertje Sonja, de dochter van een bevriend echtpaar, heeft een helende invloed op zijn gekwelde ziel.

RASKOLNIKOV is een verfilming van Dostojevski’s roman MISDAAD EN STRAF (ook wel vertaald als SCHULD EN BOETE), gepubliceerd in 1866. De enscenering van Robert Wiene zit vol kleine veelzeggende details. Zo ontmoet Raskolnikov in de kroeg een oude dronkaard, vervuld van zelfmedelijden. Het door alcohol doordrenkt zelfbeklag van deze man krijgt de allure van een religieus getinte extase, godsdienstwaanzin gevoed door wodka. Een ander detail is de wijze waarop de rechter van instructie wordt afgebeeld als een spin in het web, wat hem een lichtelijk luguber kantje geeft.

Achtergrondinformatie

De Duitse regisseur Robert Wiene gebruikte Russische acteurs uit de school van Stanislavsky (het Moskou Kunstenaars Theater). Peter Scharow was adviseur bij de film, later in Nederland bekend als regisseur van Tsjechov-ensceneringen bij de Haagse Comedie.

Regisseur Robert Wiene begon zijn carrière in het theater, in 1914 stapte hij over naar de filmwereld. Met de spraakmakende expressionistische film DAS KABINETT DES DR. CALIGARI (1919) verwierf hij beroemdheid. In de jaren twintig regisseerde hij macabere psychologische films als RASKOLNIKOV (1923) en ORLACS HÄNDE (1925). Na de machtsovername van de nazi‘s emigreerde hij naar Parijs, waar hij in 1938 overleed tijdens de opnamen van ULTIMATUM.

De Nederlandse première van RASKOLNIKOV vond in 1923 plaats in het Tuschinski Theater te Amsterdam, uitgebracht door distributeur Meteor Film. In het tijdschrift Kunst en Amusement (nr. 17, 1923) verscheen een positieve recensie, de anonieme criticus was vol lof over de muzikale begeleiding: “Na het einde van de film was er applaus voor… Max Tak. De zeer bekwame en zeer talentvolle dirigent van het Tuschinski-orkest heeft met zijn muzikale illustratie van deze film bewijs gegeven van eene muzikale belezenheid, die aan het fenomenale doet denken. Werken van de meest verschillende (uitsluitend) Russische komponisten werden fragmentarisch, telkens zóó precies illustreerend het dramatische gebeuren van de film, aangewend, dat wij overtuigd zijn dat deze muziek voor een niet gering deel heeft bijgedragen tot den diepen artistieken indruk van het geheel.“

In 1992 werd de kopie van RASKOLNIKOV gerestaureerd door het Filmmuseum, het was een complexe operatie met zorgvuldige vergelijking van twee verschillende versies en noodzakelijke aanvulling van ontbrekende tussentitels. Hoofd archivering Mark-Paul Meyer schreef in het vaktijdschrift GBG-nieuws (nr. 22, herfst 1992, blz. 38-39): “In april 1928 zette de Filmliga de schaar in RASKOLNIKOV. De negende voorstelling van de Filmliga betrof de vertoning van voorbeelden van het Duitse expressionisme. Men vertoonde van RASKOLNIKOV slechts fragmenten om te demonstreren dat Wiene op de verkeerde weg was: “Als geheel is deze RASKOLNIKOV verouderd. Fragmentarisch is hij ongemeen interessant en in de beste momenten zelfs nog gaaf”. De selectie die men vertoonde bestond uit de eerste en de tweede acte en fragmenten van de vijfde en zevende acte, want wat alles daartussen ligt “wordt te zeer gekenmerkt door de tweeslachtigheid in opvatting, dan dat het een vertoning zou lonen.” De gerestaureerde RASKOLNIKOV is nu klaar. Na bijna 65 jaar is het nu weer mogelijk een twee uur durende versie (ruim 3000 meter) van deze film te zien en worden we in staat gesteld met eigen ogen het oordeel van de Filmliga op zijn waarde te schatten.“

De roman MISDAAD EN STRAF werd nog twee keer verfilmd, toevallig tegelijkertijd in 1935: in Hollywood door Josef von Sternberg (CRIME AND PUNISHMENT) met Peter Lorre in de rol van Raskolnikov, en in Frankrijk door Pierre Chenal (CRIME ET CHÂTIMENT).

Documentatie

Verder lezen
  • Uli Jung & Walter Schatzberg, Beyond Caligari: The Films of Robert Wiene, 1999.
  • Hembus,Klassiker des deutschen Stummfilms 1910-1930
  • Monthly Film Bulletin545, 1979
  • Mark Paul Meijer, ‘Duizend verloren gewaande meters Raskolnikov’, in: GBG-Nieuws 22 (herfst 1992) p 38-39.
RASKOLNIKOV. Duitsland, 1923, 151 min. (3087, 18 b/s), Nederlandse titels. Regie: Robert Wiene. Camera: Willy Goldberger. Met: Grigori Chmara (Raskolnikov), Maria Kryshanovskaja (Sonja), Michael Tarkhanov (meneer Marmeladov), Maria Germanova (mevrouw Marmeladov), Pavel Pavlov (onderzoeksrechter).
Vertoningen in Nederland
  • In het Filmmuseum van 29 oktober t/m 4 november 1992, begeleid door Stefan Ram (piano) en Ton van Erp (Pandemonium).
  • In het Filmmuseum op zo 23 en ma 24 februari 2003, hernomen in het Filmhuis Den Haag op 17 maart 2003. Begeleiding: Wim van Tuyl (piano), Tom Manders (bariton) en Diederik Meynckens (contrabas). Voor de muzikale begeleiding wordt gebruik gemaakt van liederen van Sergej Rachmaninof en Modest Moesorgski voor het scheppen van een Russische sfeer.
Vergelijk overige expressionistische zwijgende films:
  • Das Kabinett des Dr. Caligari (Robert Wiene, 1920)
  • The Tell Tale Heart (Charles Klein, 1928), verfilming van een verhaal van Edgar Allen Poe.
Kristin Thompson
“Robert Wiene, the director of The Cabinet of Dr. Caligari, launched the Expressionist movement in cinema but never made another film that gained nearly as much attention. That’s a pity, because Raskolnikow is quite a good film–of all the Wiene films I’ve seen, probably his second best (though The Hands of Orlac, 1924, has its virtues). I found it difficult to decide between it and Erdgeist. Crime and Punishment turns out to be, not surprisingly, a good fit for the style, with the hero’s increasingly bizarre view of the world literalized in the settings. The film seems to have had a higher budget than Caligari, and the sets are sturdier looking and more three-dimensional. Wiene also had the good fortune to work with a group of Russian emigré theatrical actors who had trained under Stanislawski and worked at the Moscow Art Theater. Clearly they had to adapt their approach distinctly to achieve Expressionist performances, but they managed well. The lead, Gregori Chmara, makes a haggard and mercurial Raskolnikow.” Source: Kristin Thompson, URL:http://www.davidbordwell.net/blog/2013/12/29/the-ten-best-films-of-1923/
Die Waffen der Jugend (Robert Wiene, 1912)
Het is een korte komedie over een kostschoolmeisje dat het internaat ontvlucht en op stap gaat met twee zwervers. Ze houdt het initiatief goed in handen en zet de twee mannen aan het werk om hun schuilplaats eens een beetje op te gaan ruimen en zich te scheren. De rijke papa maakt zich erg ongerust, maar dat blijkt niet nodig. Duitse humor uit 1912 is levendiger dan het vooroordeel doet vermoeden. Nergens is zichtbaar dat het hierbij gaat om de debuutfilm van de regisseur Robert Wiene, bekend van DAS CABINET DES DR. CALIGARI (1920) en RASKOLNIKOV (1923). De verloren gewaande film werd teruggevonden op de zolder van een woonhuis in Rotterdam. Dit verhaal is opgetekend door filmjournalist Jos van der Burg in het Parool. Vertoning: 8 april 2010, Film Biennale Eye Filmmuseum, ‘From Scratch to Screen’. Muzikale begeleiding: Yvo Verschoor.