Skip to main content
Featured Image and Page Header Image: Collection Stadsarchief Rotterdam. Copyright: Unknown.

De wortels & de takken

 

De oertijd

Het pand aan de Gouvernestraat 133 werd in 1909 geopend als “Ons Huis”, een gebouw bestemd voor het zogenaamde ‘volksontwikkelingswerk’. Industrieel Van Beekum financierde de bouw en verstrekte een exploitatiekapitaal. Het gebouw werd ontworpen door architect Dick Verheul. In de jaren twintig werden incidenteel instructieve vakbondsfilms en schoolfilms voor de arbeidskinderen vertoond. In de jaren dertig werden films voor werklozen vertoond.

Als een van de weinige cultuurpanden bleef “Ons Huis” gespaard in de Tweede Wereldoorlog. Het gebouw deed in de eerste oorlogsjaren dienst als noodhospitaal. Na de oorlog ontwikkelde het zich tot een centrum voor beeldende kunst, met expositieruimte en ateliers en een filmzaal.

Overige vroege filmvertoningen in Rotterdam:

  • De Rotterdamse Filmliga hield vanaf 1927 tot 1932 haar maandelijkse, besloten filmavonden in de bioscoop Corso Cinema aan de Coolsingel.
  • Op 16 augustus 1949 werd de stichting ‘Filmliga ’t Venster’ opgericht, als voorzetting van de vereniging ‘Vrienden van de Film’ en van de stichting ‘Filmliga R 45’, met maandelijks een vertoning op de zondagochtend van een klassieker (zie Hartman, 2003, 342).
  • De Rotterdamse Filmliga verhuisde in 1968 naar de bioscoop Kriterion, in het Groothandelsgebouw, en organiseerde daar tot en met de jaren tachtig een maandelijkse vertoning op de maandagavond.

Beheer

In de eerste zes decennia werd het gebouw beheerd door een opeenvolging van particuliere verenigingen en associaties. De filmprogrammering werd in 1949 opgestart. Een van de eerste operateurs was Henk Berg, directeur was de heer E.J. Weier. De eerste film die draaide was GOUPI MAINS ROUGES van Jacques Becker (1943) (Berg 1996, 171, 179 + Romer 2004, 189).

  • Goupi mains rouges (1943) is in vergetelheid geraakt, heel incidenteel is deze film nog wel eens te zien op TV5. Het is een vrij stoffig naturalistisch plattelandsverhaal over een zonderlinge dorpeling. Vpro-gids: “Na 25 jaar afwezigheid keert een man uit Parijs terug naar zijn wortels op het platteland. Wat hij aantreft is een dorp vol argwanende zwendelaars die allemaal van hem en van elkaar lijken te zijn. Een moord haalt het slechtste in de reeds verdorven types boven.”

In de jaren vijftig waren de vertoningen van THE RED SHOES (Powell & Pressburger, 1946) en LES ENFANTS DU PARADIS (Carné, 1945) populair. Dit overigens tot verdriet van de programmeurs, want in het jaarverslag van 1955/56 staat afkeurend: ”[…] dat het Rotterdamse publiek een bijzondere voorkeur heeft voor films met een duidelijke sentimentele strekking en wel vooral die waarbij de muziek een hoofdrol speelt.”

Vanaf 1965 begon Piet Meerburg samen met Willy Hofman de filmexploitatie in Lantaren/Venster. Dit duo opende in 1969 ook de bioscoop Calypso aan de Mauritsweg en in 1970 het Lijnbaantheater. De Rotterdamse Kunststichting (de RKS, een gemeentelijke dienst) nam in 1969 het beheer over van de theaterzaal de Lantaren.

In 1972 werd de Rotterdamse filmnota gepubliceerd, geschreven door Frank Visbeen. Dit resulteerde in de oprichting van het International Film Festival Rotterdam, onder de naam Film International. Het gebouw aan de Gouvernestraat was tot en met 1986 het sfeervolle festivalpaleis, en het bleef tot en met de 39eeditie in 2010 een belangrijke festivallocatie. Huub Bals werd de eerste festivaldirecteur, tot aan zijn overlijden in de zomer van 1988. Hij gaf een positieve stimulans aan de filmcultuur in Nederland door zijn hartstochtelijke promotie van filmkunst via het festival, plus de 16mm-distributie van festivalfilms in het circuit van filmhuizen. Ook Lantaren/Venster profiteerde van deze initiatieven.

Vanaf 1974 startte de programmering van ‘het Filmhuis’ in Venster 2. In 1976 verwierf de RKS ook de filmzalen en De Lantaren en ‘t Venster werden in 1978 tot één geheel samengevoegd. “Coördinatoren” van Lantaren/Venster waren onder andere Rommert Boonstra, opgevolgd door Fred van der Hilst. Filmprogrammeur en leider van de Filmwerkplaats was Jacques van Heijningen. Operateurs van het eerste uur waren Jaap van Dijk en Hajo Piebenga, het team werd later aangevuld met Jan van Setten en vele deeltijd-collega’s.

Vanaf 1986 is Lantaren/Venster een zelfstandige stichting. De stichting ontvangt jaarlijks een structurele subsidie voor haar activiteiten van de Gemeente Rotterdam en incidenteel van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.De reguliere filmprogrammering van Lantaren/Venster staat binnen een internationaal kader van de artistieke film. Vanaf het begin werd ondersteuning ontvangen van ‘Europa Cinemas’ en jarenlang was het theater lid van de CICAE (Conféderation Internationale des Cinémas d’Art et d’Essai). Daarnaast is LantarenVenster lid van de A.N.F. (Associatie van Nederlandse Filmtheaters) en van de NVBF (Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten en Filmtheaters).

In de jaren negentig organiseerde filmprogrammeur Leo Hannewijk een reeks filmfestivals (zie Bosma et.al. 2001). Vanaf 1990 werd aparte subsidie voor een Cinematheek-programmering ontvangen, als vervanging voor de Rotterdamse Filmliga. Het cinematheek aanbod van LantarenVenster werd in de jaren negentig aangevuld door de vertoningen van Popi-film in Nighttown (later ‘Worm Salon’, nu ‘Worm Kino’, zie http://www.worm.org) en door de filmavonden in Zaal de Unie, geprogrammeerd door onder andere Ingrid van Tol en Albert Wulffers.

De filmzalen

In 1947 werd onder leiding van de Rotterdamse architect J.B. Bakema een deel van “Ons Huis” verbouwd tot filmzaal: ‘t Venster (later Venster 1, capaciteit 184 stoelen). Daarbij kreeg het gebouw ook de entree, zoals die nu nog steeds zichtbaar is: een smalle doorgang die destijds leidde naar de expositiezaal (nu een deel van de foyer). Architect Bakema realiseerde in 1952 de modernisering van de ‘oude schouwzaal’ tot theaterzaal De Lantaren (later Lantaren 1). In 1972 wordt deze zaal opnieuw verbouwd, onder leiding van architect Sj. Schamart.

Venster 2 was vanaf 1974 een kleine provisorische zaal die ontstond door de halfronde overkapping van een binnenplaats. De vloer van de zaal bestond uit stoeptegels, het projectiedoek was de witgeverfde muur.

In 1980 werden de filmzalen Venster 3 en Venster 4 in gebruik genomen (capaciteit 108 stoelen elk), met een gedeelde filmcabine waarin onder andere twee Cinemeccanica 35mm-projectoren stonden, zodat bij Venster 3 met overname gedraaid kon worden. Inmiddels zijn deze projectoren museumstukken, maar nog in uitstekende staat dankzij zorgvuldig onderhoud. In Venster 4 werd aanvankelijk uitsluitend met 16mm geprojecteerd, de zaal heette toen nog Lantaren 3. Pas na verloop van tijd werd ook hier een 35mm projector neergezet. In 1989 werd het 40-jarig bestaan van Venster 1 gevierd met een omvangrijk jubileumprogramma.

In 1991 vond een grootschalige renovatie en uitbreiding plaats, ontworpen door de firma Brouwer & Heesen Architecten Delft, met onder andere de bouw van een nieuwe filmzaal bestemd voor de Cinematheekprogrammering (Venster 2, capaciteit 102 stoelen), een uitbreiding van de foyerruimte en renovatie van de fundering van Lantaren 1. Tevens werd een lift geïnstalleerd, zodat de filmzalen op de eerste etage ook voor rolstoelen toegankelijk werden. Het gebouw in de Gouvernestraat was een jaar lang gesloten, de filmvoorstellingen vonden tijdelijk plaats in bioscoop Kriterion in het Groothandelsgebouw.

In 1996 werden de filmzalen Venster 3 en Venster 4 gerenoveerd (de capaciteit verminderde hierbij tot respectievelijk 84 en 67 stoelen). In 2007 werd Venster 1 omgetoverd tot een filmlounge, ontworpen door Lucas van Zuijlen. De capaciteit verminderde hierbij van 186 naar 65 stoelen. Ook in de theaterzalen Lantaren 1 (met een flexibele capaciteit van 184-220 stoelen) en Lantaren 2 (capaciteit 92 stoelen) werden regelmatig filmvertoningen gegeven, met name tijdens het International Film Festival Rotterdam en tijdens de filmzomer.

Op 2 juli 2010 werden de filmprojectoren voor het laatst aangezet in de Gouvernestraat. De filmvertoning en jazz programmering verhuisden in de zomer 2010 naar de Wilhelminapier, in het gebouw New Orleans aan de Otto Reuchlinweg 996. Het gebouw aan de Gouvernestraat was tijdelijk eem centrum voor dans en theater. Vanaf 2016 is de nieuw bioscoop Kino in het pand gevestigd. Na een zeer geslaagde verbouwing en aanpassing heeft het pand vier filmzalen: Kino 1 (voormalig Lantaren 1), Kino 2 (voormalig Venster 1), Kino 3 (voormalig Venster 2) en Kino 4 (voormalig Lantaren 2).

De officiële opening van het nieuwe Lantarenvenster op de Wilhelminapier gebeurde op 6 november 2010, met onder andere de vertoning van de korte animatiefilm THE ORIGIN OF CREATURES (Floris Kaayk, 2010), in aanwezigheid van koningin Beatrix.

  • De vijf filmzalen op de Wilhelminapier hebben een capaciteit van in totaal 531 stoelen, dat is 28% meer capaciteit dan in de Gouvernestraat. De grote zaal 1 is bestemd voor jazz concerten, maar er kan ook film vertoond worden (254 stoelen, dat scheelt weinig met de theaterzaal Lantaren 1, die 220 stoelen bevatte). Voor de actualiteit van het programma raadpleeg de website: lantarenvenster.nl.

Gebruikte documentatie:

  • https://www.defilmkijker.com/2015/04/03/de-verdwenen-bioscopen-van-rotterdam-lantarenvenster/
  • Berg, Henk, Over stalles en parket: Rotterdam en het witte doek. Een populair-historisch overzicht van de Rotterdamse en Schiedamse bioscopen (1896-1996). Rotterdam: Ad Donker, 1996.
  • Bosma, Peter et.al. Cinematheek Bewaarboek. 10 jaar Cinematheek in Theater Lantaren/Venster. Rotterdam: Theater Lantaren/Venster, 2001.
  • ‘Filmnota Rotterdamse Kunststichting’, in: Skoop, jrg.8, nr. 7 (1972) pp 24-29.
  • Hartman, Wim, BOEKeen 1929-1949, Rotterdam: CODIS, 2003.
  • Paalman, Floris, Cinematic Rotterdam. The Times and Tides of a Modern City, Rotterdam: 010 Publishers, 2011.
  • Romer, Herman, Fantasie, illusie en betovering. Herinneringen aan Rotterdamse bioscopen 1896-2004, Zaltbommel: Aprilis, 2004.
  • RKS Rapport ‘Verzelfstandiging Lantaren/Venster’, mei 1986.
  • RKS nota ‘Film Zien’, 1972.
  • Westra, Frans, Passie voor cinema. Ruim veertig jaar pionieren in het voetspoor van de Filmliga, Amsterdam: uitgeverij International Theatre & Film Books, 2012.
Met dank aan Jacques van Heijningen voor aanvullende informatie.

 

Aanbevolen literatuur:

De geschiedenis van het 16mm-film vertoningscircuit van de jaren zeventig is beschreven in onder andere:
  • Beek, Sandra van, ‘Op een houten stoel wordt er ook naar film gekeken’, in: Skoop, jrg 12, nr 10 (dec 1976), pp. 40-51.
  • Dibbets, Karel, ‘De ontwikkeling van het vrije filmcircuit’, in: Lakerveld, C. van & J. Smiers (eds) Matheid, hoezo? Twintig teksten over kunst en politiek ’70-’80, Nijmegen: Sjaloom. 1981, pp…
  • Heijs, Jan, ‘Het Vrije circuit’, in: Beerekamp, Hans & Peter van Bueren & Jan Heijs (red) Jaarboek Film 1981, Bussum: Het Wereldvenster, 1981, pp. 28-34
  • Laake, Laurens van, ‘De geboorte van het subsidiestelsel: Vertoning en distributie in de jaren zeventig’, in: Skrien jrg 37, nr 5 (juni/juli 2005) p 40-41.
In het Stadsarchief Rotterdam zijn diverse relevante papieren collecties te raadplegen, onder andere: “Vereniging/Stichting Ons Huis”, “Stichting Rotterdamse Filmliga 1968-1993” en “Lantaren/Venster”. Zie verder: www.gemeentearchief.rotterdam.nl. De ambiance in ‘Ons Huis’ is beschreven in een biografische sfeerschets: Post, Alma & Janneke Buurman, Zo zijn wij elkaars geschenk. Een liefde in de jaren dertig, Amsterdam: uitgeverij Balans, 2010.
Meer informatie over het gemeentelijk filmbeleid in Rotterdam is te vinden in onder andere:
  • Bueren, Peter van, ‘De jaren van Bals, een onvolledige geschiedenis’, in: Moorman, Mark (red) Catalogus 18th Filmfestival Rotterdam, Den Haag: SDU, 1989, pp 13-44.
  • Gaemers, Carin, Achter de schermen van de kunst. Rotterdamse Kunststichting 1945-1995, Rotterdam: uitgeverij De Hef, 1996,
  • Haakman, Anton, ‘Een voorbeeld van gemeentelijk filmbeleid. Interview met Frank Visbeen’, in: Skoop, jrg 10, nr 6 (1974), pp 7-13.
  • Heijs, Jan & Frans Westra, Que la tigre danse: Huub Bals, een biografie, Amsterdam: Cramwinckel, 1996.
  • Langestraat, Rob, ‘Filmhuis Rotterdam’ (interview met Frank Visbeen), in: Skriennr 53 (nov 1975), themanummer Vereniging Het Vrije circuit, pp 23-27. Overige interviews: Filmhuis Arnhem, Breda, Delft, Nijmegen.
  • Langestraat, Rob, ‘Film International’ (interview met Huub Bals), in: Skriennr 56 (feb 1976), themanummer over de niet-commerciële filmdistributie, pp 6-13.
  • Kroon, Oscar van der, ‘Huub ‘film International’ Bals: ‘het doet zo’n pijn als je een slechte film ziet’, in: HP Film, 29 januari 1983, pp 32-36.
Zie ook de volgende artikelen in online magazine Vers Beton: