Featured Image and Page Header Image: Collection National Film Archive, Prague. Copyright: Jaroslav Stransky.
In De witte non van St.Veith (Martin Fric, 1929) wordt een vriendelijke, zachtaardige man geconfronteerd met een noodlottige gebeurtenis. Hij neemt een aantal verkeerde beslissingen die zijn leven verwoesten en die ook consequenties hebben voor de jongere generatie. Hoe kan dat? Wat is er precies aan de hand? De film geeft een meeslepend antwoord op deze vraag.
Waarom deze film kijken?
Setting: Het grootste gedeelte van de film speelt zich af in het krappe appartement van de oude man, maar er zijn ook betoverende momenten in de magistrale kathedraal van St. Veith waar hij organist is. Tevens zijn er authentieke straatbeelden van een pittoresque stadswijk van Praag. Geen toerist te zien!
Vakmanschap: De meesterlijke enscenering zal ook de meest nuchtere toeschouwer meeslepen. Het is expressionisme ten top, met fraaie schaduwwerkingen. De emoties spatten van het doek, door talloze fraaie close-ups. We leven mee met de personages.
Het noodlotsverhaal: De organist wordt geconfronteerd met rampspoed, veroorzaakt door de combinatie van een wanhopige vriend en een kwaadaardige buurman. Het is een serieus verhaal over valse beschuldigingen en onmacht. Tussendoor flaneert ook nog een rijke amateurkunstschilder rond. Dit verhaal vormt een merkwaardige luchtige zijlijn die een mooi contrast geeft aan het grimmige melodrama.
Ontdekking: De witte non van St. Vith is in Nederland geheel ten onrechte in vergetelheid geraakt. Door toeval is er een distributiekopie bewaard gebleven in het archief van Eye Filmmuseum, met Nederlandse tussentitels in oude spelling. De kopie is gehavend door gebruik, dit geeft een extra lading authenticiteit. In de 21e eeuw is de film slechts twee keer vertoond in Nederland, in Filmhuis Den Haag en in Eye Filmmuseum.
Het verhaal
De proloog biedt een vliegende start van het verhaal: Het is avond, het regent pijpenstelen. Een oude eenzame man krijgt onverwacht bezoek. De spanning wordt langzaam opgebouwd. Wie is zijn bezoeker, die druipend voor hem zit? Hij is een wanhopige vriend, die voortvluchtig is, ontsnapt uit de gevangenis. De man legt een afscheidsbriefje en een dikke envelop met geld neer, bestemd voor zijn dochter zegt hij. En dan: Boem! Hij haalt een pistool tevoorschijn en pleegt ter plekke zelfmoord.
Zo! Het verhaal kan beginnen. Een nieuwsgierige buurman heeft de scène gezien en dringt zich op. Hij pikt de afscheidsbrief in en stelt dan dat de politie de ware toedracht nooit zal willen geloven. Hij zegt dat de organist het lijk zo snel mogelijk moet begraven, het beste kan dat in de kelder. De oude man heeft geen verweer, hij laat zich chanteren door de kwaadaardige buurman. De druk van de publieke opinie weegt voor hem te zwaar.
Je kan deze dreiging naar deze tijd vertalen: hoe gemakkelijk is het niet geworden dat iemands leven totaal verwoest wordt door valse insinuaties die uitvergroot worden door heftige kettingreacties op social media. De organist heeft een reputatie te verliezen. Deze angst vertroebelt zijn blik.
Met veel moeite begraaft hij het lijk van zijn vriend heimelijk in de kelder. Het kalme leven van de organist staat op zijn kop. Alleen bij het orgel in de grote kerk van St. Vith vindt hij rust. De envelop brengt hij keurig naar de dochter van zijn vriend, want zij is de enige erfgenaam. De jonge vrouw is novice, maar ze wil de wereld buiten het klooster leren kennen. Ze vlucht in haar witte habijt en klopt aan bij de oude organist. Samen hebben ze een gelukkige tijd, maar de buurman gaat door met chanteren: hij wil geld hebben van de organist, anders vertelt hij alles… Hoe moet dit aflopen?
De witte Non van St. Veith. Tsjechische titel: Varhaník u Svateho Víta. Franse titel: l’organiste de la cathedrale Saint-Guy. Engelse titel: The Organist at St.Vitus Cathedral. Tsjechië, 1929, circa 99 minuten (2298 meter, 20 b/sec), zw/w volbeeld, Nederlandse tussentitels. Filmkeuring: 25 april 1930. Distributeur NL: Monopole Film (Rdam), Oostra Toonfilm (A’dam). Regie: Martin Fric. Camera: Jaroslav Blazek. Scenario: Vítezlav Nezval, gebaseerd op een verhaal van Václav Wasserman. Art direction: Hanus Gödert. Producent: Jaroslav Stránsky. Met: Karel Hasler (de organist), Otto Zahrádka (de wanhopige vriend), Suzanne Marwille (de dochter), Oskar Marion (de kunstschilder), Ladislav Struna (de buurman).
Vertoningen
-
Filmhuis Den Haag 29 september 2008. Pianobegeleiding: Yvo Verschoor.
-
Nederlands Filmmuseum, Amsterdam, in 2002 en 1997.
-
In 2012 in Barbican (London), begeleid door de Tsjechische jazz-pianist Najponk, in het kader van de programmaserie “Made in Prague: New Czech Jazz “.
-
24 oktober 2018 in de Remonstrantse kerk in Dordrecht, met orgelbegeleiding door Cor Ardesch, in het kader van het programma “(Spiegel)Beelden van Nederlandse identiteit” georganiseerd door The Movies Dordrecht, ter gelegenheid van de viering van 400 jaar Synode van Dordrecht.
Internet
-
https://www.filmovyprehled.cz/en/film/395491/the-organist-at-st-vitus-cathedral
-
http://mubi.com/films/the-organist-at-st-vitus-cathedral
-
http://scalisto.blogspot.nl/2012/06/martin-fric-varhanik-u-sv-vita-1929.html
De regisseur
Regisseur Martin Fric (1902 – 1968) werd geboren in Bohemen, onderdeel van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Gelukkig was hij te jong om mee te moeten vechten in de Eerste Wereldoorlog. De eerste zwijgende film van regisseur Martin Fric is Páter Vojtech(1928). De organist van St. Vith is zijn tweede filmregie. Hij kan beschouwd worden als een jong talent, want in 1929 was hij nog maar 27 jaar. In de jaren twintig trok iedereen naar filmmetropool Berlijn, veel immigranten vanuit Oostenrijk, Hongarije en Rusland. Martin Fric is zijn hele leven in Tsjechië gebleven. In totaal heeft hij 85 films geregisseerd, meest komedies. Vanaf 1931 met geluid, onder andere een versie van de Brave Soldaat Schweik.
Met zijn tweede film toont hij meteen een groot talent om een verhaal te vertellen in beelden, zonder gesproken dialoog. Gebaseerd op een verhaal van Vaclav Wasserman. De dichter Vitezslav Nezval werkte mee aan het scenario. Opvallend: filmproducent Jarsolav Stransky durfde niet bij de première aanwezig te zijn, uit angst voor een financieel debacle pleegde hij zelfs zelfmoord.
May Fairy Tale (1926)
This unknown Czech silent film was given a second life by a careful restoration and a presentation at the Karlovy Vary festival in 2015 in the sidebar program ‘Out of the Past’. I could experience this surprising film at a screening of an open-air cinema that Summer, in a rail yard of a former freight train station in Prague. It was part of the second season for the Czech National Film Archive at this Cultural Center at Žižkov Freight Railway Station.
The story: In a small village on the Czech countryside lives a family, a couple with three daughters. The film is partly the depiction of rural life, with enchanting scenes of various folklore festivals, the village dance ball and the beautiful awaking of nature in spring. As a contrast, city life is depicted through humorous scenes in crowded pubs, set in Prague and Vienna. For another part the film tells the melodramatic stories of the three daughters. To keep it short, one dies, one become a prostitute and the third find her true love.
The film is clearly situated in a men’s world, and that causes a lot of misery. For instance, men are allowed to seduce young girls and betray them. And men are allowed to study and to be lazy. The stern family father acknowledges at the end that he acted foolish towards his daughters and also the lazy student gets to his senses. But for two of the three girls, this character development manifests itself too late.
MayFairy Tale (Pohádka máje). Directed by Karel Anton. Based upon the novel by Vilém Mrštík. Czechoslovak Republic, 1926, 114 min. Screened in Summer 2015 with live music by the band Neuvěřitelno. http://www.kviff.com/en/programme/film/3315754-may-fairy-tale