Skip to main content
Copyright Featured Image and Page Header Image: anonymous

De fundamenten voor de Audio-Visuele Collectie Nederland

Elk beschaafd land dient te beschikken over een filmarchief waar het filmerfgoed zorgvuldig geconserveerd wordt. Hoe begon het in Nederland? Hiervoor moeten we terug naar het jaar 1919.

Vereeniging Nederlandsch Centraal Filmarchief (NCF)

De Vereeniging Nederlandsch Centraal Filmarchief (NCF) werd in 1919 opgericht als particulier initiatief van drie heren: H.E. van Gelder, D.S. van Zuiden en de rijksarchivaris prof. mr.R. Fruin. De doelstelling van deze Vereniging was het bewaren en ook vervaardigen van “historisch belangrijke opnamen”. Filmmaker Willy Mullens stelde zijn films ter beschikking aan het NCF, hij streefde naar een monopoliepositie als leverancier.

Het bestuur besloot het NCF in 1933 op te heffen, wegens gebrek aan belangstelling bij de filmproducenten en wegens geldgebrek. De filmcollectie van het NCF werd overgenomen door de rijksoverheid, de naam werd veranderd in het Rijks Historisch Filmarchief. Dit was een onderdeel van het Algemeen Rijksarchief. Financiële ondersteuning kwam van de Vereniging van Vrienden van het Rijks Historisch Filmarchief.

Zie verder:
  • Gelder, H.E. van, ‘Nederlandsch Centraal Filmarchief’, in: GBG-Nieuws 15 (winter 1990-91) pp. 6-7.
  • Hogenkamp, Bert, ‘Het Nederlandsch Centraal Filmarchief’, in Skrien nr 137 (1984), pp. 60-62.
  • http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlands_Instituut_voor_Beeld_en_Geluid
  • Ketelaar, F.C.J., ‘Fruin [Th. Azn], Robert (1857-1935)’, lemma oorspronkelijk opgenomen in:  Biografisch Woordenboek van Nederland (Den Haag, 1985), gepubliceerd op de website van het Instituut van Nederlandse Geschiedenis (ING), URL: http://www.inghist.nl/Nieuws/Tips/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn2/fruin.
  • Visscher, Wim, ‘Het wordt heus al wat: Het Nederlandsch Centraal Filmarchief en de gemeente Amsterdam’, in: GBG-Nieuws 21 (zomer 1992) p. 8-12.
Achtergrond informatie:
  • Beusekom, Ansje van, Kunst en Amusement. Reacties op de film als een nieuw medium in Nederland, 1895-1940, Haarlem: uitgeverij Arcadia, 2001 (handelseditie van proefschrift uit 1998).
  • Boost, Charles, Van ciné-club tot filmhuis. Tien jaren die de filmindustrie deden wankelen. Amsterdam: Meulenhoff, 1979.
  • Dibbets, Karel & Frank van der Maden (red.), Geschiedenis van de Nederlandse film en bioscoop tot 1940. Weesp: Het Wereldvenster, 1986, pp 148-149.
  • Maden, Frank van der (red), Audiovisuele collecties, Hilversum: uitgeverij Verloren, 1993.

Het ontstaan van het Nederlands Filmmuseum

Op 22 juli 1946 werd het Nederlandsch Historisch Film Archief (NHFA) opgericht door Paul Kijzer en Piet Meerburg, zij vormden op dat moment de directie van het filmtheater Kriterion. Jan de Vaal (1923-2001) werd aangesteld als secretaris van het NHFA. Twee jaar later werd hij benoemd tot directeur. Aanvankelijk was het NHFA gevestigd op de P.C. Hooftstraat, daarna in een bezemkast van bioscoop Kriterion.

Het Nederlandsch Historisch Film Archief werd in 1947 formeel erkend als volwaardig nationaal filmarchief door de FIAF. Er is dus sprake van een opmerkelijk vroege aansluiting bij de FIAF, een duidelijk signaal van een vroege internationale erkenning. Dit was het resultaat van handig netwerken, maar ook van goed archiveringswerk en een actief acquisitiebeleid.

De erfenis van de distributeur Centraal Bureau voor Ligafilms lag opgeborgen in het Uitkijk Archief, formeel opgericht in 1949. Drie jaar later, in 1952, kwam een fusie tot stand tussen het NHFA en het Uitkijk Archief. De samengevoegde filmarchieven gingen verder onder de naam van Stichting Nederlands Filmmuseum, met De Vaal als directeur. De filmvertoningen van het Nederlands Filmmuseum vonden vanaf 1952 ruim twintig jaar lang plaats in de aula van het Stedelijk Museum.

In 1948 werd het eerste subsidiebedrag ontvangen van het ministerie van OK&W, een bedrag van 8.000 gulden. Vanaf 1954 kreeg het Nederlands Filmmuseum ook een kleine subsidie van de gemeente Amsterdam. In 1956 verstrekte het Ministerie van Onderwijs, Kunst en Wetenschappen de eerste incidentele subsidie voor het conserveren van films (40.000 gulden). De jaarverslagen van het Filmmuseum in de jaren vijftig en zestig kentekenen zich door zorgen over geldgebrek. De directeur en een kleine staf streden een lange strijd voor erkenning en leverde verdienstelijke pioniersarbeid.

Zie verder:
  • Boost, Charles, Uitkijken, Amsterdam: Maatschappij voor Cinegrafie, 1967.
  • Hendriks, Annemieke, De pioniers – Interviews met 14 wegbereiders van de Nederlandse cinema, Amsterdam: International Theatre & Film Books/Skrien/Filmmuseum, 2006.
  • Hogenkamp, Bert & Andre Stufkens, ‘De redding van een kunst. Het begin van het Filmmuseum: Het Nederlands Historisch Film Archief, 1946-1952’, in: Skrien jrg 38, no 10 (dec 2006), pp25-27.
  • Lameris, Bregje, Opnieuw belicht: de pas de deux tussen de filmmuseale praktijk en filmhistorische debatten, Utrecht: Igitur (proefschrift Universiteit Utrecht), 2007.
  • Ronde, A. de, H. Weijel,’Veertig jaar Filmmuseum’, in: H. Beerekamp, G. Linthorst (red.), Nederlands Jaarboek van de Film(Houten: Wereldvenster, 1986), pp 24-38.
  • Jan de Vaal.Een stoere ridder tegen de filmvernietiging Amsterdam: Nederlands filmuseum, 1996.
  • Westra, Frans, ‘Een mooi oeuvre. Jan de Vaal, programmeur van het Nederlands Filmmuseum 1946-1986’, in: Skrien jrg 38, no 10 (dec 2006) pp 28-31.
  • Stufkens, André, Redder van de tiende muze: Jan de Vaal en het Nederlands Filmmuseum 1946-1987. Amsterdam: Uitgeverij IJzer, z.j.
Het Filmmuseum ontfermde zich over diverse vooroorlogse filmcollecties, zoals:
  1. Distributeur Jean Desmet: ‘de Desmet collectie’
  2. Distributeur Centraal Bureau voor Liga-films: ‘de Uitkijk collectie’
  3. Ministerie van Koloniën: ‘de Nederlands-Indië collectie’
  4. Filmfabriek Hollandia
  5. Diverse particuliere verzamelaars
Voor meer informatie over de Desmet collectie zie:
Voor meer informatie over de Uitkijk collectie, zie:
  • Heijs, Jan (ed). Filmliga 1927-1931 (integrale heruitgave). Nijmegen: Sun, 1982.
  • Lameris, Bregtje, ‘ Hoe de avant-garde een herinnering werd. De collectie van het Centraal Bureau voor Liga-films’, in: Skrien, jrg. 33, nr. 6 (aug. 2001), p 46-47.
  • Linssen, Céline & Hans Schoots & Tom Gunning, Het gaat om de film! Een nieuwe geschiedenis van de Nederlandsche Filmliga 1927-1933. Amsterdam: Bas Lubberhuizen/Filmmuseum, 1999.
Films in deze collectie zijn onder andere:
  • DE MAN MET DE CAMERA (1928)
  • A PROPOS DE NICE (1929)
  • VESNOI (1929)
  • OBLOMOK IMPERII (1929)
  • MENSCHEN AM SONNTAG (1930)
  • Weltstadt in Flegeljahren (1931)
Enkele grootschalige presentaties
  • Blotkamp, Hoos & Nico Brederoo (1979) Film en beeldende kunst 1900-1930, catalogus Centraal Museum Utrecht, i.s.m. Kunsthistorisch Instituut van de Rijksuniversiteit Leiden & het Nederlands Filmmuseum, Utrecht.
  • De grootschalige presentatie in het seizoen 1999/2000: ‘Het tegengif van de Filmliga’, dit bestond uit de recontructie van 15 Filmligaprogramma’s, gepresenteerd in het Filmmuseum en met een toernee langs Nederlandse filmtheaters. Boekuitgave: Linssen, Céline et.al. (1999) Het gaat om de film! Een nieuwe geschiedenis van de Nederlandse Filmliga 1927-1933. Amsterdam: Bas Lubberhuizen/Filmmuseum.
Voor meer informatie over de Nederlands-Indië collectie, zie:
  • Klerk, Nico de, ‘Koloniale films zonder kolonialisme. Filmprogramma over Nederlands-Indië’, in: Skrien, jrg 34, nr. 10 (dec 2002/jan 2003), p 31-33.
 Voor meer informatie over de collectie Filmfabriek Hollandia, zie:
  • Bishoff, Ruud, Hollywood in Holland: De geschiedenis van de Filmfabriek Hollandia 1912-1923, Amsterdam: uitgeverij Thoth, 1988.
  • Hosman, Harry (ed.) Haarlem Filmstad. Eindhoven: Uitgeverij Lecturis, z.j.
Distributiecollecties
Het archief van Eye Filmmuseum bevat vele deelcollecties die afkomstig zijn van distributiemaatschappijen. Naast de ‘Desmet collectie’ en ‘de Uitkijk collectie’ zijn nog te vermelden onder andere:
  • De catalogus van distributeur Film International
  • De catalogus van distributeur Argus Film/Upstream Pictures
  • De catalogus van distributeur Hungry Eye
Reflectie op Nederlandse filmcollecties
  • Delpeut, Peter, ’Bits & Pieces: de grenzen van het filmarchief’, in: Versus, 2 (1990), pp.75-84.
  • Hommel, Michel, ‘Bestand in beweging (deel 6)’, in: Skriennr. 168 (okt/nov. 1989), pp. 30-33.
  • Linssen, C. ’Bestand in beweging (8). Tot slot: twee visies op conservering’, Skrien 170 (feb/maart 1990) pp.64-67.
  • Meyer, Mark-Paul, ‘Race tegen de tijd’, in: Skrien 148 (zomer 1986), p. 25-29.
  • Visschedijk, Ruud & Nico de Klerk, ‘Musea en archieven: een rommelige ordening’, in: Driel, Hans van (ed) Beeldcultuur, Amsterdam: Boom, 2004, pp.111-138.
Internationaal perspectief op filmmusea
  • Borde, Raymond, Les Cinémathèques, z.pl.: Editions l’Age d’Homme, 1983 (pocketuitgave: Parijs: Ramsay, 1988).
  • Cherchi Usai, Paolo Silent Cinema: An introduction. London: British Film Institute, 2000 (2nded).
  • Houston, Penelope, Keepers of the Frame: the Film Archives, Londen: BFI, 1994.
Cherchi Usai (2000) en Houston (1994) geven een inleidend overzicht van filmarchieven en de eerste generatie archivarissen. Koplopers waren het Museum of Modern Art in New York (1935), National Film Archive in London (1935), de Cinémathèque Francaise in Parijs (1936), Koninklijk Filmarchief in Brussel (1938) en het Filmmuseum in Amsterdam (1946).